Sensorische Informatie
verwerkingstherapie
Soms zijn de prikkels vanuit onze zintuigen niet in balans. Kinderen zijn daar extra gevoelig voor en kunnen hierdoor in hun ontwikkeling belemmerd worden. Met sensorische informatieverwerkingstherapie (SI-therapie) wordt doelgericht gewerkt aan deze prikkelverwerking.
Voor welke hulpvragen?
Geluid, zicht, reuk, smaak, geur, het voelen en het bewogen worden: allemaal prikkels vanuit onze zintuigen. Het lichaam zet deze zintuigen gelijktijdig in bij het uitvoeren van activiteiten. Als je zintuigen niet goed samenwerken ontstaat disbalans in de prikkelverwerking. Daardoor is het gedrag of het handelen van het kind vaak niet passend bij een situatie.
Je kunt veel last hebben van een verstoorde prikkelverwerking. Het brein is minder georganiseerd met als gevolg problemen bij het organiseren, plannen en het uitvoeren van bepaalde activiteiten en bewegingen, hyperactief gedrag of juist een concentratieprobleem door een tekort aan prikkels of bijvoorbeeld moeite met slapen.
Een goed ontwikkelde prikkelverwerking is een basisvoorwaarde voor allerlei vaardigheden, waaronder lezen, schrijven, zwemmen, aankleden of zindelijkheid.
De SI-therapeut, specialist in prikkelverwerking
De sensorische informatieverwerkingstherapeut, ook wel SI-therapeut, in onze praktijk is meestal kinderfysiotherapeut of kinderergotherapeut. De kennis gaat veel verder dan prikkelverwerkingsproblematiek alleen.
Deze therapeuten hebben veel kennis over en ervaring met de ontwikkeling van je kind. Als geen ander weten zij welke vaardigheden je kind nodig heeft in het dagelijks leven, op school, thuis of bij hobby’s. Oefeningen en aanpassingen kunnen daardoor direct worden toegepast op alledaagse handelingen. Kortom, een echte specialist die met aandacht werkt aan de hulpvraag van jouw kind.
Ervaringen met onze praktijk
Behandeling Sensorische Informatieverwerkingstherapie
De juiste zorg en aandacht voor je kind!
Met een intakegesprek, observatie en onderzoek brengt de therapeut het probleem van je kind en de hulpvraag in kaart. Daarna zal er een behandelplan op maat worden opgesteld. Alles gebeurt spelenderwijs, want plezier (in leren) staat voorop.
Ouders/verzorgers en school zullen actief bij het behandeltraject worden betrokken. De oplossingen zijn talrijk en worden zorgvuldig en op maat, per kind gekozen.
Wij maken gebruik van o.a. de borsteldruktechniek, voelspellen, spelletjes gericht op het lichaamsbesef en balans (o.a. hangmat, wiebelplank, verzwaringsmateriaal), Meichenbaum/vier-beertjes-methode, het motormeterprogramma en de kids skills-methode waarbij kinderen leren op een positieve, constructieve manier problemen te overwinnen door nieuwe vaardigheden te leren.
Meer informatie en voorbeelden van Sensorische Informatieverwerkingsproblemen zijn te vinden op de website van de branchevereniging: www.nssi.nl.
Veelgestelde vragen
Sensorische Informatieverwerkingstherapie is onderdeel van de behandeling kinderergotherapie of kinderfysiotherapie. Vergoeding vindt plaats uit de basiszorgverzekering van je kind, er geldt geen eigen risico. Er is geen verwijzing nodig van een arts.
Lees meer over vergoeding kinderergotherapie.
Lees meer over vergoeding kinderfysiotherapie.
Hoewel bij elk kind de symptomen van een prikkelverwerkingsprobleem anders zijn zullen we een aantal voorbeelden noemen waaraan je het kunt herkennen. Zo kunnen er problemen zijn met:
Het tastgevoel
Kinderen die te veel tastprikkels registreren zijn erg gevoelig voor aanraking en houden er niet van op schoot te zitten of te knuffelen. Zij kunnen problemen ervaren bij de zelfverzorging, zoals het niet willen tandenpoetsen of haren wassen. Of extreem veel last hebben van kriebelende, irriterende labeltjes en naadjes in kleding. Vaak zijn ze ook kieskeurig met het eten van bepaalde soorten voedsel, zeker als ze ook nog overgevoelig zijn voor geuren of smaak. Het spelen met materialen als zand, water, klei en verf vinden zij al snel vies.
Bij onderregistratie van deze prikkels daarentegen, wordt het kind onvoldoende gewaarschuwd als het wordt aangeraakt of zelf iets aanraakt, waardoor het kind zich snel stoot, onhandig is en lomp bij aanraken. Het zal niet aanvoelen dat gezicht of handen vies zijn.
Evenwichtsgevoel
Het evenwichtsorgaan is een fragiel orgaantje dat zich bevindt in het binnenoor. Het levert een belangrijke bijdrage aan het in stand houden van het evenwicht, zowel bij stilstand als bij beweging. Het waarschuwt ons als we dreigen te vallen of te struikelen en zorgt voor een stabiele blik tijdens het bewegen van het hoofd. Bij een prikkelverwerkingsprobleem met betrekking tot het evenwicht durven we niet op ons lichaam te vertrouwen omdat beweging en evenwicht niet gevoeld worden. Dit heeft gevolgen voor het gevoel van veiligheid en zekerheid wanneer we bewegen in de ruimte en onze positie ten opzichte van de zwaartekracht veranderen. Bepaalde sport- en beweegactiviteiten kunnen dan als een “naar” gevoel worden ervaren. Kinderen die hier last van hebben vertonen houdingsonzekerheid.
Het gevoel van spieren en gewrichten
Het gevoel in onze spieren en gewrichten geeft ons informatie over onze houding en manier van bewegen en waarschuwt voor gevaar waardoor we niet vallen. Door een verkeerde balans in de prikkelverwerking merken we onze bewegingen niet voldoende op waardoor we de informatie uit de spieren en gewrichten te weinig gebruiken en het lastiger wordt om dingen te leren en om je te concentreren.
Bij een te sterke registratie van evenwichts- en bewegingsprikkels is een kind voortdurend bang om het evenwicht te verliezen. Ook kan het kind heel gevoelig zijn bij bewogen worden en heeft dan last van houdingsonzekerheid. Wilde spelletjes, op de trap of een randje lopen en schommelen kunnen dan angst oproepen en zullen vermeden worden. Het kind houdt zijn voeten het liefst op de grond vanwege het gevoel van zekerheid dat het geeft. Bij een onderregistratie van deze prikkels zien we het tegenovergestelde. Deze kinderen zien vaak geen gevaar en zijn voortdurend in beweging. Zij houden van wilde spelletjes, flink bewegen en stoeien. Het kind merkt niet dat hij of zij bewogen wordt of valt, zal te laat reageren en heeft dan onvoldoende opvangreactie.
Gehoor
Kinderen die geluidsprikkels te sterk ervaren horen alles en hebben ook last van geluiden die ze niet hoeven te horen, zoals het tikken van de klok of herrie buiten of om zich heen. Hierdoor is moeilijk de aandacht te richten op het juiste en daardoor weer moeilijk om zich goed te concentreren. Bij onderregistratie van deze prikkels lijken deze kinderen ‘doof’ of slecht te luisteren. Zij hebben moeite om de informatie te verwerken die door het luisteren wordt verzameld en hebben meer tijd nodig dan anderen om tot actie over te gaan.
Zicht
Gevoelig zijn voor licht en problemen met de oog-handcoördinatie kunnen ontstaan door problemen met het verwerken van visus-prikkels. Het ’te veel zien’ leidt tot het te snel afgeleid zijn. Een onderregistratie zorgt er voor dat kinderen langer nodig hebben om beelden te verwerken en het duurt langer voordat het kind in actie komt, bijvoorbeeld het te laat vangen van een bal. Het duurt langer voor er inzicht ontstaat bij bijvoorbeeld puzzelen, ze hebben meer moeite met het herkennen van letters of cijfers, spiegelen langer de letters en cijfers. Ook kan het zijn dat zij meer moeite hebben met vloeiende oogbewegingen en zijn met lezen vaak de regel kwijt of slaan stukjes over.