Voedselovergevoeligheid bij kinderen
Bij een voedselallergie of voedselintolerantie kun je niet alles eten. De mate van intolerantie verschilt sterk van kind tot kind. In alle gevallen weet de kinderdiëtist raad. Met een praktische aanpak en helder advies werkt zij naar een passend én zo lekker mogelijk voedingspatroon voor ieder kind.
De juiste behandeling bij voedselovergevoeligheid
Bij een voedselallergie of voedselintolerantie reageert het afweersysteem van je lichaam op bepaalde voeding. Het lichaam maakt antistoffen aan tegen bepaalde eiwitten in dit voedingsmiddel. Het lichaam reageert daar op verschillende manieren op, variërend van een lichte tot een sterke (en gevaarlijke) reactie.
Bij de kinderdiëtist ben je met je kind aan het goede adres voor bruikbaar advies over omgaan met de klachten en een passend voedingspatroon. De behandeling zal bestaan uit het vermijden van het voedingsmiddel waarop je kind reageert. Dat is voor ouders en kind soms best een puzzel. De kinderdiëtist begrijpt dit en zet zich in voor een zo praktisch en volwaardig mogelijk voedingspatroon.
Geschikte behandelingen
bij voedselovergevoeligheid
De juiste specialist bij voedselovergevoeligheid
Onze behandeling volgt het kind en niet andersom. Zorg die echt bij je past, dat is waar wij voor staan.
Ervaringen met onze praktijk
Meer over voedselovergevoeligheid bij kinderen
Voedselovergevoeligheid is de verzamelnaam voor voedselallergie en voedselintolerantie. Bekende voorbeelden van een voedselallergie zijn koemelkallergie of notenallergie. Een kind kan ook last hebben van een voedselintolerantie en voorbeelden hiervan zijn lactose-intolerantie of glutenintolerantie. Zo’n 4 tot 8% van de kinderen tot 3 jaar heeft een voedselovergevoeligheid. Vaak is het erfelijk bepaald en is kans groter als ouder, broertje of zusje een allergie hebben, zoals astma, hooikoorts of een voedselovergevoeligheid.
Wanneer je kind klachten krijgt na het eten van bepaald voedsel, bestaat de mogelijkheid dat het een voedselovergevoeligheid heeft. Symptomen die horen bij een voedselovergevoeligheid zijn: diarree, verstopping, overgeven, eczeem, verminderde eetlust of darmkrampen.
Voedselallergie
Bij een voedselallergie zal het immuunsysteem specifieke antistoffen maken tegen bepaalde eiwitten (allergenen) die zich in dat voedsel bevinden. Deze antistoffen roepen een reactie op van het lichaam en dit uit zich als lichamelijke klachten. De antistoffen zijn aantoonbaar door laboratoriumonderzoek. De diagnose voedselallergie is vaak moeilijk te stellen, omdat je antistoffen kunt hebben tegen een bepaald voedingsmiddel, zonder dat dit klachten geeft.
Bij een voedselallergie kan een kind met verschillende klachten reageren op bepaald voedsel: de lippen raken opgezet, jeuk in de mond of keel, misselijkheid en overgeven, astma, atopisch eczeem, jeukende uitslag (urticaria), buikpijn, obstipatie, diarree of het kind weigert voedsel.
In heel zeldzame gevallen kan een voedselallergie leiden tot ernstige reacties zoals glottisoedeem, waarbij tong en keel opzetten, een hevige astma-aanval of een anafylactische shock.
Voedselintolerantie
Het immuunsysteem is niet betrokken bij een voedselintolerantie en daarom kan er ook niet met laboratoriumonderzoek gezocht worden naar antistoffen om de intolerantie vast te stellen. Voedselintolerantie ontstaat doordat bepaalde stoffen een reactie veroorzaken, de zogenaamde triggers. Voorbeelden van dergelijke triggers zijn het conserveermiddel sulfiet of biogene aminen.
Bekende vormen van voedselintolerantie zijn lactose-intolerantie en fructose-intolerantie. Voedselallergenen en triggers die de meeste voedselovergevoeligheidsreacties veroorzaken moeten op de etiketten van voedingsmiddelen worden aangegeven. Dit is bepaald door de Europese Unie.
Er zijn 14 voedselallergenen en triggers waarvan verplicht op het etiket moet worden aangegeven of ze in het product voorkomen: ei, vis, pinda, gluten bevattende granen zoals tarwe-haver-gerst-rogge-kamut en spelt, sojanoten, schaaldieren, weekdieren, sulfiet, lupine, mosterd, sesamzaad en selderij.
Behandeling
Voordat behandeling door een kinderdiëtist kan starten zal er eerst een goede diagnose gesteld moeten worden. Dit kan door de diëtist zelf of een arts kan onderzoeken of de klachten ontstaan door een voedselovergevoeligheid. Zo ja, dan zal er worden uitgezocht voor welk voedingsmiddel / allergeen het kind overgevoelig is.
De kinderdiëtist zal gebruik maken van de gegevens van de verwijzende arts en verdere informatie van de ouder(s) en het kind over de klachten en de voeding die wordt gebruikt. Vaak is er al langere tijd een dagboek bijgehouden waarin klachten en voeding werden genoteerd.