Motorische achterstand
Fijne motoriek gebruik je bij activiteiten als schrijven en knippen en de grove motoriek voor lopen, fietsen of zwemmen. Voor sommige kinderen zijn deze vaardigheden niet vanzelfsprekend en lukt bewegen minder makkelijk.
De juiste behandeling bij een motorische achterstand
Onder fijn motorische vaardigheden verstaan we kleine bewegingen als knippen, vouwen, schrijven, veters strikken of knoopjes dichtdoen. Grof motorische vaardigheden gebruik je bijvoorbeeld als je fietst, rent, loopt, springt of zwemt. Om goed te kunnen bewegen is onder andere spierkracht, lenigheid en coördinatie nodig. Als je als kind moeite hebt met deze vaardigheden dan staan onze kinderfysiotherapeuten en kinderergotherapeuten voor je klaar.
Eerst doen zij onderzoek naar het bewegen, uiteraard spelenderwijs. In de behandeling wordt actief geoefend en krijgen ouders advies en tips voor thuis, op school of bijvoorbeeld bij het sporten. Vaak worden ook handige hulpmiddelen of strategieën ingezet, vooral voor fijn motorische vaardigheden.
De duur van de behandeling is mede afhankelijk van de beperkingen en de mogelijkheden van het kind en de hulpvraag.
Geschikte behandelingen
bij motoriek van kinderen
De juiste specialist bij een motorische achterstand
Onze behandeling volgt het kind en niet andersom. Zorg die echt bij je past, dat is waar wij voor staan.
Ervaringen met onze praktijk
Meer over motorische achterstand bij kinderen
Een motorische ontwikkelingsachterstand is een achterstand in de ontwikkeling van het bewegen. De motorische ontwikkeling verloopt dan niet leeftijdsadequaat. Het gevolg kan zijn dat je kind gefrustreerd raakt en/of niet goed kan meedoen met leeftijdsgenootjes.
Een achterstand in de grove motoriek uit zich onder andere in het niet kunnen meekomen in de gymles en/of bij het buiten spelen met leeftijdsgenootjes, houterig en stijf bewegen, een slappe houding, langdurig moeite met leren zwemmen, een opvallend looppatroon en veel vallen en/of struikelen.
Een achterstand in de ontwikkeling van de fijne motoriek kan zich onder meer uiten in het niet willen tekenen, kleuren, niet goed kunnen knippen, plakken en/of bouwen. Er gebeuren veel kleine ongelukjes, zoals dingen omstoten en voorwerpen laten vallen. Het kind heeft geen duidelijke handvoorkeur en schokkerige, niet vloeiende bewegingen of schrijfproblemen.