1 mei 2019

(Kinder) Ergotherapie bij vermoeidheid QVS

Een aantal jaar geleden, in 2007, brak er in Brabant een Q-koortsepidemie uit. De oorzaak hiervan waren besmette geiten en schapen. Tijdens deze drie jaar durende epidemie zijn er ruim 4000 mensen besmet geraakt door onder andere het inademen van de lucht waar de bacterie in zat. Een gevolg van een Q-koorts besmetting kan het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) zijn. Bij deze aandoening speelt ernstige vermoeidheid de hoofdrol.

In 2017 heeft onze kinderergotherapeute Jill in een projectgroep in samenwerking met de HAN en Q-support een half jaar lang onderzoek gedaan naar de ervaringen van QVS-patiënten en ergotherapeuten over de ontvangen/gegeven ergotherapeutische begeleiding. Hieruit kwamen mooie resultaten. De conclusie van het onderzoek was dat ergotherapie door de patiënten als algemeen positief werd ervaren.

Wat weinig mensen weten is dat QVS ook bij kinderen kan voorkomen. Via Q-support heeft Jill een gezin leren kennen met een meisje van zes jaar dat QVS heeft en is haar ook gaan behandelen. Dit meisje heeft naast vermoeidheidsklachten ook spier/gewrichtspijn, moeite met concentratie en is snel overprikkeld. Erg heftig als je bedenkt dat ze nog maar zes jaar is, geen hele week naar school kan en altijd pijn heeft.

Ergotherapiebehandeling bij QVS

De kinderergotherapeut kan veel betekenen voor kinderen met QVS of met andere vergelijkbare klachten. Bij vermoeidheidsklachten kan er gekeken worden naar compensatiemogelijkheden zoals veranderingen in de dagroutine of energiebesparende hulpmiddelen. Ook het inzicht krijgen in hetgeen wat je wel en niet aankan en hierbij je grenzen leren kennen en aangeven is belangrijk. Daarnaast kan het kind geholpen worden om met de aandoening te leren omgaan en om over de aandoening te vertellen aan zijn of haar omgeving. Door middel van een schoolbezoek kan er gekeken worden naar de concentratie en aandachtsproblemen en aan de hand hiervan kunnen er veranderingen in de klas of hulpmiddelen geadviseerd worden. Ten slotte kan een Sensorisch Informatieverwerkings-therapeut het sensorische profiel van het kind in kaart brengen. Aan de hand hiervan kan er gekeken worden of prikkels te weinig of te veel binnen komen. Vervolgens kunnen er interventies ingezet worden om het kind van minder of juist meer prikkels te voorzien.

Jill: “Het is een fijn gevoel dat ik op zoveel gebieden iets kan betekenen voor kinderen met deze QVS- klachten. Uiteindelijk zorgen we er samen voor dat het kind zo veel mogelijk dingen kan doen die belangrijk zijn voor hem/haar en de omgeving, zonder dat de grens overschreden wordt.”